Twee sierfragmenten tonen een bloem met geel hart en vier gele en rode bloemblaadjes, waartussen groene bloemstijlen, steeltjes of blaadjes staan.
Herkomst:
Egypte
Periode:
5de - 7de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
1) Ketting: 8,5 cm, inslag: 7,5 cm; 2) Ketting: 6 cm, inslag ; 7,5 cm
Aanverwanten:
Cfr. FT 197.
Henry Art Gallery, inv. 83.7-35 en 83.7-38, Album Gayet: omgekeerde bloemblaadjes.
Muéum de Colmar, inv. Eg. Kpt. 96.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk in linnen en wol
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 16/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 9/cm
Binding:
effenbinding met kettingripseffect
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen, S
Inslag:
rode en groene wol, gepaard, S: 25/cm;
gele wol, enkel, S: 20/cm; linnen in natuurlijke kleur, S
Binding:
inslagripsbinding: 2/2
Ribben per cm:
8
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd