Crux ansata, versierd met nagebootste edelstenen, behorend tot een wandbekleding. Overname van de vorm van het hiëroglief ankh (‘leven’), door de Christenen van Egypte, om het glorieuze kruis van Christus weer te geven en als symbool voor onsterfelijkheid en hergeboorte.
Herkomst:
Egypte
Periode:
3de - 5de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 21 cm, inslag: 17,5 cm
Aanverwanten:
State Hermitage Museum, inv. 11591.
Puchkin, inv. 5819.
KMKG, Brussel, inv. ACO.Tx.0290.
Den Haag, inv. OW 1-1936.
Staatliche Museen zu Berlin, inv. 9212 en 9236.
Dezelfde versiering is te vinden in de schilderkunst, bijvoorbeeld in het Koptisch klooster van Kellia, daterend van het einde van de 6de eeuw.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Motief in wollen lussenweefsel, geknipt uit het linnen basisweefsel
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 22/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 9/cm
II. Delen met lussen
Speciale technieken:
inslaglussen: slechts één linnen scheut tussen de lussen; in de scheut met lussen: 1 linnen draad/scheut; wollen lussen: gepaarde draden: bruin, rood, blauw en oranje: slechts één kettingdraad tussen de lussen: zeer dicht; linnen lussen: slechts één kettingdraad tussen de lussen: zeer dicht