De band in legwerk is versierd met twee grote medaillons, getekend door een acanthusrank, waarin een springende katachtige een haas achtervolgt. Aan de uiteinden van de band staat een naakte danser en een vogel. Daarnaast zijn ranken afgebeeld, die medaillons vormen en versierd zijn met een rozet. De boorden van de tabula zijn gelijkaardig versierd, met in het midden telkens een viervoeter. In het centrale medaillon is een achtpuntige ster te zien, met vlechtwerk gemaakt met vliegende draadtechniek.
Herkomst:
Egypte
Periode:
4de - 6de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 65 cm, inslag: 85 cm
Aanverwanten:
British Museum, inv. EA 21795.
Staatliche Museen zu Berlin, inv. 9111.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Linnen weefsel met inslaglussen en ingeweven legwerk in linnen en wol
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 25/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 12/cm
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen, S
Inslag:
purperen, rode en groene wol, S: ± 50/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 50/cm
Binding:
sierband in legwerkinslagripsbinding: 4/2. Binding tabula: inslagripsbinding: onregelmatige eenheden van 2,3 en 4 kettingdraden
Ribben per cm:
6
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, vliegende draadtechniek voor details in linnen en gele wol, verticale lijn in vliegende draadtechniek, mengeffect (valse hachures): 1 wollen en 1 linnen draad/scheut
III. Delen met lussen: lussenweefsel
Speciale technieken:
lussen: lengte van de lussen: 4 cm; 5 tot 9 scheuten tussen de lussenrijen