Wollen kindertunica waarvan de mouwen afgeknipt zijn. Eenzelfde band in veelkleurig legwerk vormt de clavi en markeert de halsopening. Geometrische motieven en gestileerde figuren alterneren en worden omzoomd door een rode gekartelde rand. Aan beide zijden van de halsopening is er nog een extra rode palmettenfries.
Herkomst:
Egypte
Periode:
5de - 7de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 58 cm, inslag: 77 cm
Aanverwanten:
Deutsches Textilmuseum, inv. 1217.
RMO, Leiden, inv. F 1984/11.1 (volledige tunica).
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk in wol en linnen
I. Grondweefsel
Ketting:
wol in natuurlijke kleur, S: 11/cm
Inslag:
wol in natuurlijke kleur, S: 36/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
II. Delen in legwerk
Ketting:
wol in natuurlijke kleur, S: 11/cm
Inslag:
rode, blauwe, gele, roze, groene en natuurkleurige wol, S: ± 70/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 44/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Naaidraad:
S2Z
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, verticale lijn in vliegende draadtechniek met rode, blauwe en witte wol, 3 S, verbindingen; om de halsopening af te zetten: opgenaaide vinger-geweven elementen