Aan elke zijde wordt deze band omgeven door een blauwe boord en een fries met golfjesmotief op een rode achtergrond. De versiering van de band bestaat uit gestileerde personages en medaillons met figuren of rozetten, te midden van bladeren en bloemen op een oranje-achtige achtergrond. De meesten dansen met opgeheven armen en gekruiste benen. Er zijn ook centauren te zien, herkenbaar aan hun menselijke buste op een lichaam met vier poten.
Herkomst:
Egypte
Periode:
6de - 8de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 17 cm; inslag: 84,5 cm
Aanverwanten:
Cfr. FT 73.
Puchkin, inv. 617.
Cleveland Art Museum, inv. 1926.149.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk in wol
I. Geen grondweefsel
II. Delen in legwerk
Ketting:
wol in natuurlijke kleur, S: 10/cm
Inslag:
rode, blauwe, roze, groene en oranje wol, S: 48-60/cm;
linnen in natuurlijke kleur, S: 40-55/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, verbindingen, soumak en verticale lijnen in vliegende draadtechniek