In een eerste band krioelen vissen, schildpadden, pluimvee en waterplanten. Een medaillon met rode achtergrond, bevindt zich in het midden en toont een zittende putto, die een mand in zijn handen houdt. Een tweede medaillon met rode achtergrond bevat een gestileerde (water)plant. Twee friezen met granaatappels als pendentieven, omgeven en verbinden de twee boorden, die niet even breed zijn.
Herkomst:
Egypte
Periode:
5de - 7de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
1) Ketting: 12 cm, inslag: 29,5 cm; 2) Ketting: 13,3 cm, inslag: 5,5 cm
Aanverwanten:
Louvre, inv. AC 636.
Musée d'Art et d'Histoire, Genève, inv. 13883.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk in wol
I. Geen grondweefsel
II. Delen in legwerk
Ketting:
wol in natuurlijke kleur, S: 9-10/cm
Inslag:
rode, purperen en natuurkleurige wol, S: ± 55/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, vliegende draadtechniek met wollen draad voor de details