In het middelste vierkant bevindt zich een onderverdeling met gele en lichtblauwe stippen. De boord errond bevat in de hoeken rozetten afgewisseld met bloemen: in het midden telkens een bloem met acht blaadjes.
Herkomst:
Egypte
Periode:
5de - 6de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 13 cm, inslag: 11 cm
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk in wol en linnen
I. Grondweefsel
Klein fragmentje
Ketting:
wol in okerkleur, S: 14/cm
Inslag:
wol in okerkleur, S: 14/cm
Binding:
effenbinding
II. Delen in legwerk
Ketting:
wol in okerkleur, S: 14/cm
Inslag:
gele, groene, licht- en donkerblauwe, rode wol, S: 34-46/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 40-45/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, verticale lijn in vliegende draad techniek