Naakte, galopperende ruiter te paard met hoofdband en oranje en groene schoudermantel, waarvan het pand achter zijn rug opvliegt. Onder het paard bevindt zich een rond voorwerp met erin een gelobd motief. De hoeken zijn versierd met groene ranken en rode bloemen op een beige achtergrond.
Herkomst:
Egypte
Periode:
6de - 8de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 9,2 cm, inslag: 9 cm
Aanverwanten:
Louvre, inv. AF 6255.
MFA, Boston, inv. 35.87 (opgesmukte ruiter).
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Opgenaaid legwerk in linnen en wol
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 24/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 14/cm
Binding:
effenbinding met kettingripseffect
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen, S
Inslag:
zwarte, gele en groene wol, S: 56/cm; rode wol, S: 50/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 45/cm
Binding:
inslagripsbinding: 2/2
Ribben per cm:
13
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, verticale lijn in vliegende draadtechniek, verbindingen