Het deel dat rastervormig versierd werd en omgeven door een boogmotief, lijkt de halsopening van een tunica te zijn. De clavus is versierd met medaillons waarbinnen gestileerde takken afgebeeld staan. Van de halsversiering links, omgeven door een fries met diamanten die op hun punt staan, bleef slechts een paar centimeters bewaard. Ze bevat een bedekkend netwerk van ruiten met geometrische motieven in. Een andere hypothese is dat het hier zou gaan om een ‘proef’weefsel.
Herkomst:
Egypte
Periode:
6de - 7de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 19,3 cm; inslag: 20 cm
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk in wol en linnen
I. Grondweefsel
Ketting:
wol? in natuurlijke kleur, S2Z: 13/cm
Inslag:
blauwe en bruine wol, S: ± 28/cm;
linnen in natuurlijke kleur, S: ± 28/cm;
rode wol, S: 2 x 1 scheut van rode wol
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Bijzonderheden:
opstartboord: dubbele twijnbinding S-Z met 3 (S2Z) draden samen genomen;
eerste 12 scheuten van effenbinding met inslagripseffect;
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd;
soumak;
verticale lijnen in vliegende draadtechniek in tegenovergestelde richtingen over één kettingdraad: kruisen;
één zelfkant: 3 eenheden met elk 2 kettingdraden