Op deze band is een opeenvolging van bredere en smallere medaillons te zien. De smallere medaillons bevatten een lopende viervoeter. Ze worden geflankeerd door dansende figuren met een brede en ronde pendentief, die ter hoogte van hun navel hangt. In de meeste van de bredere medaillons - met gevarieerde scènes - zijn putti te zien, te midden van een Nilotische fauna (vis, zeedier, vogel, planten). Twee friezen met piramidale geometrische motieven omgeven de band. Aan het uiteinde zijn franjes in de vorm van lussen te zien.
Herkomst:
Egypte
Periode:
5de - 6de eeuw
Materiaal:
Wol
Afmetingen:
Ketting: 12,3 cm; inslag: 79 cm (+ 3,5 cm franjes)
Aanverwanten:
Cfr. FT 144 (bulla).
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Wollen legwerk, bewerkt met vliegende draadtechniek
I. Grondweefsel
Ketting:
wol in natuurlijke kleur, S: 10/cm
Inslag:
wol in natuurlijke kleur, S: 60/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
II. Delen in legwerk
Ketting:
wol in natuurlijke kleur, S: 10/cm
Inslag:
natuurkleurige, purperen en oranje wol S: 60/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, vliegende draadtechniek met natuurkleurige en oranje wol: voor details en cirkels;
zelfkant: 3 eenheden van elk 2 kettingdraden, en inslagfranjes: elke lus is gemaakt van 2 getwijnde/samengevlochten inslagdraden