Oorspronkelijk bestond de versiering uit twee wollen banden met kortere lussen dan deze op de achtergrond. Hier is nog een spoor van te zien op het smalste fragment. Ze tonen een gestileerde rankversiering, geflankeerd door twee lijnen met gestileerde golfmotiefjes.
Herkomst:
Egypte
Periode:
4de - 6de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
1) Ketting: 12 cm, inslag: 21,5 cm; 2) Ketting: 29 cm, inslag: 12 cm
Aanverwanten:
Cfr. FT 139.
Louvre, inv. X 4558: twee friezen.
KMKG, Brussel, inv. ACO.Tx.0149: idem.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Linnen weefsel met lussen, met ingeweven legwerk in wol en linnen
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 24/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 12/cm
II. Delen met lussen: lussenweefsel
1) Lange linnen lussen
2) Korte linnen en wollen lussen
Speciale technieken:
1) inslaglussen: 10 scheuten tussen de lussen; in de scheut met lussen: 1 linnen draad/scheut; linnen lussen: 3 draden samen (3-7 kettingdraden tussen de lussen)
2) inslaglussen: 3 scheuten tussen de lussen; wol en linnen voor de lussen zijn geweven over geheel de lengte van het weefsel (in verschillende scheuten) en zijn enkel in lussen getrokken daar waar het nodig was voor de tekening; linnen lussen: 3 draden samen (3 kettingdraden tussen de lussen); wollen lussen: 1 wol en 1 linnen samen (3-5 kettingdraden tussen de lussen)