Onderste deel van een tunica met tabula en rechthoekige sierband. Versiering met stippen en medaillons die stervormige geometrische motieven of takjes met bladeren bevatten.
Herkomst:
Egypte
Periode:
4de - 6de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 28,5 cm, inslag: 40,5 cm
Aanverwanten:
Puchkin inv. 7167.
Musée G. Labit, Toulouse, inv. 78-1-2.
Muéum de Colmar, inv. Ég. Cpt. 144 (?).
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Ingeweven legwerk in wol
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 20/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 17/cm
Binding:
effenbinding
Bijzonderheden:
inslagstrepen (3 draden/scheut) vanaf de tabula en dichtbij de band in legwerk
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen, S
Inslag:
zwart - bruine wol, S: ± 50/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: ± 40/cm
Binding:
inslagripsbinding: 2/2
Ribben per cm:
10
Naaidraad:
linnen, S3Z
Speciale technieken:
legwerk met galen, verbindingen, vliegende draad enkel voor de details