In het centrale vierkant staat een ruiter te paard met opvliegende mantel. Onder het paard ligt een viervoeter. De achtergrond bevat plantaardige motieven: wijnranken en wingerdbladeren, die ook terug te vinden zijn in de rijk versierde boord.
Herkomst:
Egypte
Periode:
4de - 6de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 14,5 cm, inslag: 15 cm
Aanverwanten:
Náprstek Museum, inv. 19.101: ruiter.
Katoen Natie, inv. 533 DM53: naar achter kijkende ruiter.
Cleveland Art Museum, inv. 1926.147: boord.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk, ingeweven in een linnen tunica
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 36-40/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 18/cm
Binding:
effenbinding
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S
Inslag:
purperen wol, Z: 70/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 62/cm
Binding:
inslagripsbinding: 2/3
Ribben per cm:
12-14
Naaidraad:
S2Z
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, vliegende draad enkel voor details
Kleurstofanalyse:
inslagdraad: purperen wol, Z: meekrap, indigo/wede