Kleine orbiculus met in de rand vissen, kwallen en schelpen. In het midden een watervogel (Nijlgans?). Details aangebracht met vliegende draadtechniek in rode wol. Zelfde textiel als FT 28 en FT 76 A-B.
Herkomst:
Egypte
Periode:
6de - 7de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 6,5 cm, inslag: 6,5 cm
Aanverwanten:
Cfr. FT 28, FT 76A-B.
Abegg-Stiftung, inv. 2635b: boord.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk in linnen en wol
I. Geen grondweefsel
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S
Inslag:
rode wol, Z: 40/cm; linnen in natuurlijke kleur, S, 2 draden deels samen gebruikt: 36/cm
Binding:
inslagripsbinding: 2/2
Ribben per cm:
12
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd
Kleurstofanalyse:
inslagdraad: rode wol, Z: kermes