Deze muts werd gemaakt door verschillende stukken en diktes van ecru linnen doeken samen te naaien, tot de gewenste vorm bereikt was en het kapje versterkt. Eens het gemaakt was, werd de omtrek van de basis bedekt, waarschijnlijk om de naden daar te verbergen en het kapje comfortabeler te maken. De banden met geometrische motieven (ruiten, vierkanten, sterren), zijn geborduurd in kastanjebruine wol, met voorsteek, kruissteek en kettingsteek.
Herkomst:
Egypte
Periode:
12de - 15de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Deel met patroon: H.: 15 cm; L. 16 cm; omtrek: ± 46 cm
Aanverwanten:
Deze muts is karakteristiek voor de productie van de Mammelukken (1250-1517), die voor hun kledij, waaronder tunica’s (of galabieh), hemden en mutsen, verschillende stukken stof hergebruikten en samen legden.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Samengesteld uit stukken linnen doek en borduursel in wol
Hoofdweefsel:
linnen, S: 16/cm en 14/cm
Voering:
linnen, Z: 15/cm en 14/cm
Borduursel:
bruine wol, S
Lint:
natuurkleurige en blauwe wol, Z: geruit weefsel
Speciale technieken:
eerst geborduurd, dan genaaid; de hoofddelen werden genaaid met linnen Z2S; daarna werd de voering op de overeenkomstige hoofddelen genaaid, zonder dat de naden van de voering gesloten werden; daarna werd de zoom (van beide lagen) naar de binnenkant gedraaid en afgewerkt met een geruit lint.