De boord van de tabula, die deels bewaard gebleven is, bevat in de hoeken grote rozetten en op de zijkanten friezen met gekleurde ruitjes. In de medaillons zijn twee naakte jagers met schoudermantel te zien. De bovenste loopt met in zijn linkerhand een schild en in zijn rechterhand een rode lans. De onderste persoon is gehurkt en houdt een steen vast in zijn rechterhand.
Herkomst:
Egypte
Periode:
5de - 7de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
1) Ketting: 28 cm, inslag: 14,5 cm; 2) Ketting: 7 cm, inslag: 7,5 cm
Aanverwanten:
Abegg-Stiftung, inv. 608.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk in linnen en wol
I. Geen grondweefsel
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur
Inslag:
purperen wol, S: deels geweven met 2 draden/scheut: ± 20/cm, waar enkel gebruikt: ± 40/cm; oranje, rode, groene, gele en blauwe wol, S: 40-46/cm; linnen in natuurlijke kleur, S
Binding:
inslagripsbinding: onregelmatige eenheden van 2 en 3 kettingdraden
Ribben per cm:
9
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, verticale lijnen in vliegende draadtechniek, vliegende draadtechniek voor de details