Een fijne, ontdubbelde bebladerde twijg, kronkelt tussen ovale medaillons met gestileerde plantaardige motieven. Uiteinde met rode toetsen langs één kant.
Herkomst:
Egypte
Periode:
6de - 9de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
1) Ketting: 9 cm, inslag: 5 cm; 2) Ketting: 14 cm, inslag: 5 cm; 3) Ketting: 12,5 cm, inslag: 5 cm
Aanverwanten:
Puchkin, inv. 6082.
California Academy of Sciences, inv 389-2410.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Afzonderlijk geweven legwerk in linnen en wol
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S2Z: 13/cm
Inslag:
blauwe, groene en rode wol, S: 38/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 66/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, soumak voor de omtrek van de figuren