Aan één kant zijn er kleine geometrische motieven, naast twee effenkleurige strepen in rood en geel. Aan de andere kant zijn er rode veellobbige elementen met groene stippen in.
Herkomst:
Egypte
Periode:
7de - 10de eeuw
Materiaal:
Linnen en zijde
Afmetingen:
Ketting: 10,5 cm, inslag: 7 cm
Aanverwanten:
Cfr. FT 213 en 214: weeftechniek.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk in linnen en zijde
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, Z: 34-36/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 37/cm
Binding:
effenbinding
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen, Z
Inslag:
rode zijden band: 72/cm; gele zijden band: 128/cm; legwerk: gele, rode en blauwe zijde: ± 100/cm
Binding:
inslagripsbinding: 2/2
Ribben per cm:
17-18
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd